Zeven EU-lidstaten uit Oost-Europa en het Middellandse Zeegebied hebben deze week bij het Europees Gerechtshof (EuGH) in Luxemburg in totaal vijftien klachten ingediend tegen de nieuwe regels in het wegvervoer.

Het gaat om de lidstaten Litouwen, Bulgarije, Roemenië, Polen, Hongarije, Cyprus en Malta. Daarbij hebben Bulgarije, Polen en Roemenië niet een maar drie klachten per land ingediend, bezwaren die zich hoofdzakelijk tegen het Europees Parlement en de Europese ministerraad keren. Litouwen en Cyprus beperkten zich tot elk twee klachten, terwijl Hongarije en Malta ieder een juridisch bezwaar hebben ingediend, blijkt uit de documentatie van het EuGH.

De precieze inhoud van de klachten is nog onduidelijk. Die wordt door het Gerechtshof normaliter pas zes tot tien weken na het indienen van de klacht vrijgegeven.

Protectionistisch

In een gezamenlijke verklaring laten de verkeersministers van de zeven lidstaten wel weten dat er ‘geen goedkeuring kan worden gegeven aan oplossingen die niet alleen protectionistisch zijn, maar bovendien ook onverenigbaar zijn met het EU-recht en de vrijheid van dienstverlening in de EU-binnenmarkt beperken’.

Volgens de landen gaat de tekst van het mobiliteitspakket voor het goederenverkeer op de weg veel verder dan de eerder gestelde doelen van de EU. Zo achten ze de regels voor bijvoorbeeld de verdere beperking van de cabotage-ritten  en de verplichting dat een truck uiterlijk na acht weken weer terug moet naar de vestigingsplaats van de transportonderneming concurrentievervalsend.

Volgens de zeven landen verstoren deze ‘kunstmatige bureaucratische hordes’ de mededinging in de Europese binnenmarkt voor veel transportondernemingen uit de zeven lidstaten. Dat levert hogere transportprijzen op in de EU en leidt daarmee ook tot duurdere consumptiegoederen voor de Europese gebruikers, aldus de klagende ministers. Ook vragen zij zich af, of de strikte regels uit het mobiliteitspakket uiteindelijk niet de concurrentiepositie van de EU in de wereld ondergraven. De gemeenschappelijke verklaring van de zeven landen werd ook ondertekend door transportministers van Estland en Letland.

Meer buitenlandse kilometersZware buitenlandse trucks maken steeds meer gebruik van de Nederlandse wegen. In 2019 reden zij 907 miljoen kilometer in ons land, 27% meer dan vijf jaar eerder, meldt het CBS. Ongeveer 90% van deze kilometers werd afgelegd door voertuigen die in Nederland laden of lossen. De rest is transitoverkeer. 32% van de buitenlandse vrachtwagens had in 2019 een Pools kenteken. In totaal zagen de vervoerders uit Oost- en Midden-Europa het marktaandeel tussen 2014 en 2019 toenemen naar 65% in Nederland. Zij haalden vooral marktaandeel weg bij de Duitse vervoerders, die nog maar goed zijn voor 24% van de kilometers, tegen 30% in 2014.